Whole Life Carbon maakt het mogelijk om bouwmaterialen op basis van milieu-impact met elkaar te vergelijken. Als testcase voor circulair bouwen was Deerns betrokken bij Kantoor Vol Afval, opgezet door de Rijksoverheid.
De druk om duurzaam en circulair te bouwen wordt steeds groter, mede dankzij Europese wet- en regelgeving. Als lid van de programmaraad Circulariteit van de DGBC (Dutch Green Building Council) denkt Deerns actief mee over hoe we de bouweconomie meer circulair kunnen maken. Bij circulaire bouw staan drie kernprincipes centraal:
- Zorgvuldig omgaan met materiaal om te voorkomen dat we onze resources uitputten
- De impact op het milieu zo klein mogelijk houden door materialen te kiezen met een lage CO₂-uitstoot
- Gebouwen aanpasbaar maken zodat deze voor langere tijd kunnen worden gebruikt
In dit kader biedt Whole Life Carbon een framework voor het bereiken van decarbonisatie in de gehele sector.
Decarbonisatie met Whole Life Carbon
Hoe ontwerp je een gebouw dat binnen de Paris-Proof normen blijft wat betreft milieu-impact? Het antwoord lijkt voor de hand te liggen: door de CO₂-uitstoot van het pand tijdens het gebruik te meten. Toch geeft dit een beperkt beeld. Zo heeft triple glas een lage voetafdruk door de goede isolatie, maar de productie ervan veroorzaakt veel CO₂-uitstoot. Om een volledig beeld te krijgen, berekent Whole Life Carbon de uitstoot van het materiaal over de gehele levenscyclus. Deze integrale benadering omvat de volgende factoren:
Embodied carbon: De hoeveelheid CO₂ en andere broeikasgassen die worden uitgestoten tijdens de winning van grondstoffen, de productie, het transport, de montage, het onderhoud en de sloop of het hergebruik van de bouwmaterialen.
Operationele uitstoot: De CO₂-uitstoot tijdens het gebruik van het gebouw, bijvoorbeeld door verwarming, koeling, verlichting en andere gebouwgebonden activiteiten.
De Whole Life Carbon-benadering stelt ons dus in staat om bouwmaterialen niet alleen op kosten, maar ook op milieu-impact te vergelijken. Dit leidt tot beter geïnformeerde beslissingen in de ontwerpfase. Bovendien stimuleert het innovaties bij leveranciers om de embodied carbon van materialen te verlagen.
" Naast de “energietransitie” zijn we nu ook in een “materiaaltransitie” terechtgekomen, waarbij bewuster wordt nagedacht over de oorsprong van materialen.
Deerns was een van de eerste Whole Life Carbon-ambassadeurs en heeft zich al vroeg ingezet om bewustwording te creëren op dit gebied. Bovendien past Deerns deze methodiek toe in verschillende projecten. Dankzij de kruisbestuiving met de DGBC blijven we op de hoogte van de nieuwste trends en ontwikkelingen in circulair bouwen.
Kantoor Vol Afval: Testcase voor circulair bouwen
Het thema materiaalkeuzes kwam duidelijk naar voren in het pilotproject Kantoor Vol Afval, opgezet door de Rijksoverheid. Op het voormalige Vliegkamp Valkenburg werd als testcase een kantoor gerenoveerd met (bijna) uitsluitend hergebruikte materialen.
Na het winnen van de tender sloegen Deerns en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) de handen ineen voor dit innovatieve project. De ambities werden vastgesteld en op basis daarvan werd er een geschikt donorgebouw uitgezocht. Dit werd uiteindelijk het oude ABN AMRO-kantoor in Amsterdam. Dankzij de overeenkomende functies van de gebouwen kon veel materiaal direct worden overgenomen. De uitdaging was om wel een hoogwaardig kantoor te creëren. Het mag dan de ludieke naam Kantoor Vol Afval hebben, maar zo moest het er niet uitzien. Er werd dus veel aandacht besteed aan de prestatie-eisen en kwaliteit van de hergebruikte materialen.
Dit bracht meteen een grote uitdaging met zich mee. Voor zowel bouwkundige als installatietechnische materialen gelden bepaalde eisen, bijvoorbeeld met betrekking tot akoestiek en brandveiligheid. Deze eisen zijn normaal gesproken gebaseerd op de prestaties van de materialen, maar voor hergebruikte materialen is deze informatie niet altijd beschikbaar of voldoet het niet aan de huidige eisen. Door meerdere opties naast elkaar te leggen, simulaties uit te voeren en in gesprek te blijven met het RVB, slaagden we erin om de optimale keuzes te maken. Hierbij moesten soms ook concessies worden gedaan, zoals accepteren dat er op sommige plekken iets meer geluid wordt gegenereerd of toch nieuwe datakabels kopen omdat het hergebruik hiervan wettelijk niet is toegestaan.
Nu de oplevering achter de rug is, kunnen zowel Deerns als de Rijksoverheid terugkijken op dit bijzondere project. Ondanks de uitdagingen hebben we laten zien dat het mogelijk is om met (grotendeels) circulaire materialen een hoogwaardig kantoorgebouw te ontwerpen. Dit leerproces zal positief bijdragen aan toekomstige bouwprojecten.
Regeneratief bouwen is de toekomst
Bij Deerns zijn circulair bouwen en Whole Life Carbon meer dan losse begrippen.
" We passen ze proactief toe in onze projecten. Dit alles doen we met ons hoogste doel in het achterhoofd: regeneratief bouwen.
Het ontwerpen van gebouwen die waarde toevoegen, ketens sluiten, herstellen in plaats van verstoren en onderling uitwisselen met de omgeving. We werken aan een toekomst waarbij we niet alleen bouwen voor de mens, maar ook voor de omgeving. En we zijn altijd bereid om hier extra stappen voor te zetten.