Terug naar insights

“De techniek moet naadloos aansluiten op de fysieke omgeving”

De razendsnelle ontwikkeling van coronavaccins laat zien waar de medische wetenschap vandaag de dag toe in staat is. 

5 vragen aan Ester Vlielander 

Niet eerder in de menselijke geschiedenis werd een globale pandemie zo resoluut aanpakt. Health & Life Sciences is dé grote aanjager van medische innovaties. Wat zijn de belangrijkste trends in deze sector? En hoe vertalen die zich naar de gebouwde omgeving? We spraken met Ester Vlielander, Sector Director Life Sciences bij Deerns.   

1. Health & Life Sciences is globaal een van de grootste groeimarkten. Wat zijn volgens jou belangrijke trends in deze sector?

“Een van de opvallendste ontwikkelingen vind ik de opkomst van personalised medicine, of patiëntgerichte medicatie. Farmaceuten kiezen vaker voor de ontwikkeling van gepersonaliseerde medicijnen om risico’s te spreiden. Dat wordt ingegeven door een stijgende druk op kosten. Research & Development voor one size fits all-medicijnen heeft vaak een lange doorlooptijd en is daardoor kostbaar. Onderzoekcycli voor gepersonaliseerde therapieën of medicijnen zijn over het algemeen veel korter. Een andere trend is de toenemende focus op preventie. Nieuwe medische toepassingen zijn meer en meer gericht op het voorkomen van ziektes en aandoeningen.”

2. Hoe verklaar je die trends?

“De opkomst van nieuwe technologieën speelt hier een grote rol in. Denk aan gentherapieën en nanotechnologie. Patiënten kunnen hiermee veel gerichter behandeld worden. Je ziet daarin steeds meer samenwerkingen ontstaan tussen de sectoren life sciences en high-tech. Er bestaat bijvoorbeeld al een slimme pil met daarin een sensor die bijhoudt of patiënten hun medicijnen innemen én of ze dat op tijd doen. Gezondheidszorg wordt steeds meer datagedreven. Daarnaast is er een groeiende behoefte aan transparantie in de zorg, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en behandelmethoden. Die druk komt vooral van burgers en overheden – meer toegang tot data draagt bij aan die transparantie.”

3. Wat is de impact van deze ontwikkelingen op de gebouwde omgeving van Health & Life Sciences?

“Je ziet overal nieuwe ecosystemen ontstaan, omdat life sciences-bedrijven zoeken naar verbinding. Niet alleen in hun eigen werkveld, maar ook daarbuiten. Van medische technologie tot biotechnologie en medicijnfabrikanten: het delen van een gebouw en faciliteiten stimuleert kennisdeling en innovatie, is de gedachte. Om de sector daarin te faciliteren, ontwerpen wij gebouwen met maximale flexibiliteit. Plug & play, is een veelgehoorde wens. Want als een bedrijf kansen ziet, moet het daar zo snel mogelijk op in kunnen spelen.”

4. In hoeverre speelt duurzaamheid een rol in deze gebouwen?

“Er is de afgelopen jaren een enorme verbeteringsslag gemaakt qua duurzaamheid binnen life sciences, vooral op het gebied van energiebesparing. Bedrijven weten dat ze veel energie gebruiken, omdat ze zulke hoge standaarden hebben voor hun gebouwen en productieprocessen. De vraag om die gebouwen en processen zo energiezuinig mogelijk te ontwerpen, krijgen we als Deerns heel vaak. Bovendien sturen de koplopers in duurzaamheid, Janssen & Janssen bijvoorbeeld, op veel meer elementen. Waterverbruik, afvalverwerking en CO2-uitstoot zijn ook belangrijke kpi’s voor hen. Tegen die achtergrond zie je de laatste jaren veel meer aandacht ontstaan voor gebouwcertificeringen als BREEAM, LEED en WELL.”

5. Wordt smart building technology al veel gebruikt in de sector en wat kan dit toevoegen aan een gebouw?

“Life sciences-gebouwen worden steeds slimmer, dat is een gegeven. Maar nu vooral nog in algemene zin. De slimme techniek richt zich hoofdzakelijk op gebouwcomfort. Denk aan een aangenaam binnenklimaat, aanpasbare verlichting of een boekingssysteem voor kantoorruimtes. Maar smart buildings zullen van steeds grotere waarde zijn voor bedrijven in deze sector. Bijvoorbeeld door de krapte op de arbeidsmarkt. Talent is schaars en als je dan een gebouw hebt dat slim is en veilig omgaat met data en intellectueel eigendom, kun je je echt onderscheiden als organisatie. Bovendien wil je wetenschappers een inspirerende werkplek bieden. In een omgeving voor bèta’s moet de techniek naadloos met hen samenwerken.”

Let’s talk life sciences

Ester Vlielander

Unit Director Data Centres

Array